In Nederland bestaat een organisatie die zich inspant om alle bijwerkingen van geneesmiddelen op een onafhankelijke mannier in kaart te brengen. Die organisatie heet LAREB. Het volgende stuk tekst is een overzicht van geneesmiddelen die als bijwerking neuropathie kunnen hebben. De bron is het internet: http://www.lareb.nl/documents/mt_sensorische%20stoornissen.pdf
Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb , September 2006
Sensorische stoornissen: paresthesie en neuropathie
Paresthesie is een stoornis in de gevoelswaarneming waarbij, in afwezigheid van
externe prikkels (zoals kou, warmte of druk), spontane jeuk of tintelingen worden
waargenomen. Daarnaast kan een veranderde gewaarwording op van temperatuur
en tast optreden. Paresthesie kan bovendien een uiting zijn van neuropathie.
Chronische paresthesie kan een symptoom zijn van onderliggende neurologische
ziektes of zenuwbeschadiging. Paresthesie kan ook optreden in de vorm van
elektrische stroomstootjes, er wordt dan gesproken van ‘shocklike’ paresthesie.
Het verzorgingsgebied van de gevoelszenuwen kent een sterke overlap. Hierdoor
veroorzaakt een partiële lesie van een zenuw of wortel slechts partiële
sensibiliteitsuitval. Dit kan gepaard gaan met paresthesieën en met hyperpathie,
oftewel een versterkt waarnemingsgevoel. Prikkels in een hyperpathisch gebied
worden als branderig of schrijnend ervaren; de pijngewaarwording is vaak
vertraagd en treedt op in een groter huidgebied dan waar de pijnprikkel is
toegediend. Daarnaast kan er summatie van de pijngewaarwording optreden,
waarbij een aantal achtereenvolgende prikkels van gelijke intensiteit een steeds
sterkere pijngewaarwording veroorzaakt. [1]
Bij neuropathie is sprake van een beschadiging van een zenuw. Neuropathie kan
gepaard gaan met krachtsverlies en atrofie van de spieren, spierzwakte,
prikkelings- of uitvalsverschijnselen en spontane pijnen die ontstaan zonder
uitlokking. [2] Neuropathische pijn of neuralgie is een verzamelnaam voor
pijnklachten die optreden in de loop van een perifere- of hersenzenuw, zoals het
carpaal tunnel syndroom of trigeminus neuralgie.
Perifere neuropathie is chronisch en ontwikkelt zich vaak in enkele maanden tijd.
[3] Geneesmiddelgebruik is een belangrijke oorzaak voor het optreden van
paresthesie en neuropathie. [1] Geneesmiddel-geïnduceerde neuropathie kan
moeilijk te herkennen zijn omdat het zeldzaam is en ook na jarenlang
medicatiegebruik op kan treden. Bovendien verdwijnt het niet direct na het staken
van het geneesmiddel en is het soms irreversibel. [4]
Het meeste geneesmiddelgebruik dat geassocieerd is met neuropathie is dosis
gerelateerd. [4] Er zijn drie typen perifere neuropathie te onderscheiden, welke alle
drie geneesmiddel-geïnduceerd kunnen zijn. Geneesmiddel-geïnduceerde
neuropathie is meestal van het axonale type. Bij axonale neuropathie treedt
degeneratie van de axonen (lange uitlopers) op. [2,4]. Bij ongeveer 25% van de
patiënten met axonale neuropathie wordt geen duidelijke oorzaak gevonden. [3]
Als deze neuropathie geneesmiddel-geïnduceerd is, ontstaan de klachten meestal
weken tot maanden na eerste blootstelling aan het geneesmiddel. Omdat de
schade alleen in het axon optreedt, herstelt deze vorm van neuropathie meestal
geheel wanneer het geneesmiddel gestaakt wordt. [4] Het herstel kan variëren.
Een tweede vorm van neuropathie is die op basis van celdood. Deze vorm van
neuropathie is irreversibel. Geneesmiddelen die celdood kunnen veroorzaken zijn
bijvoorbeeld cisplatine, oxaliplatine en thalidomide. [4]
Een derde vorm van neuropathie is demyeliniserende neuropathie. Dit type
neuropathie komt alleen bij bepaalde geneesmiddelen voor, zoals amiodaron en
mogelijk bij TNFalfa-remmers. [4]
Andere oorzaken van sensorische stoornissen
Sensorische stoornissen zoals paresthesiëen kunnen voorkomen als een
symptoom van een groot aantal ziektebeelden, waaronder transient ischaemic
attacks (TIAs), multiple sclerose, epilepsie, migraine en ook als gevolg van
diabetes mellitus of een trauma, bijvoorbeeld afknelling (een slapend been). [1,5]
Afhankelijk van een mogelijke onderliggende ziekte en de ernst van de symptomen
is diagnostiek door de neuroloog aangewezen. [3]
Meldingen bij Lareb
Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb heeft tot 18 juli 2006 meer dan 800
meldingen van paresthesie ontvangen als vermoede bijwerking van een
geneesmiddel. De meeste meldingen van paresthesie betroffen de SSRIs
(alsmede de SSNRI’s venlafaxine en mirtazapine) en cholesterolsyntheseremmers.
Daarnaast heeft Lareb meldingen ontvangen van paresthesie bij selectieve
bètablokkers, protonpompremmers, ACE-remmers, calcium-antagonisten,
itraconazol, mefloquine, nitrofurantoïne, angiotensine-II-receptor-antagonisten en
NSAIDs.
Neuropathie werd tot 18 juli 206 meer dan 150 maal bij Lareb gemeld met als
belangrijkste verdachte geneesmiddelen de cholesterolsyntheseremmers en
immunosuppressiva. Daarnaast heeft Lareb ook meldingen ontvangen van
neuropathie bij het gebruik van itraconazol, nitrofurantoïne, mefloquine, amiodaron
en cytostatica.
SSRIs en SSNRIs (venlafaxine en mirtazapine)
Lareb ontving tot 18 juli 2006 meer dan honderd meldingen van paresthesie bij de
SSRIs, venlafaxine en mirtazapine. Van deze meldingen werd in bijna 40% van de
patiënten het antidepressivum gestaakt. Op het moment van melden was een
derde hersteld en ruim 10% (nog) niet hersteld na staken. In iets meer dan de helft
van de meldingen was de afloop onbekend.
Bij ongeveer een derde van de meldingen werd het geneesmiddel doorgebruikt in
dezelfde dosering. Van deze patiënten herstelde 10% wel, en ruim een kwart niet,
van paresthesie. Ook hier was in meer dan de helft van de gevallen de afloop
onbekend. Van neuropathie bij het gebruik van SRRI’s, venlafaxine en mirtazapine
zijn tot op heden enkele meldingen bij Lareb gedaan.
Voor nagenoeg alle SSRIs wordt paresthesie beschreven in de officiële
productinformatie. [6] Zowel na starten als na staken kan paresthesie optreden.
Mogelijk heeft dit bij starten met een SSRI te maken met een tijdelijk te hoge
concentratie serotonine. Meestal verdwijnt de paresthesie binnen twee tot drie
weken bij continueren van de therapie met de desbetreffende SSRI. [7]
Paresthesie als ontwenningsverschijnsel bij het afbouwen van de therapie treedt
meestal binnen vijf dagen na staken op en kan weken aanhouden. In de meeste
gevallen zou dit reversibel zijn. [6,7]
Statines
Paresthesie bij het gebruik van statines werd bijna vijftig maal gemeld tot 18 juli
2006. Bij ruim 60% van de statinegebruikers (30 patiënten) met paresthesie werd
de statine gestaakt.
Bij twee patiënten werd de dosis van de statine verlaagd vanwege het optreden
van paresthesie. Beide patiënten waren herstellende. Bij de overige meldingen van
paresthesie bij statines is onbekend of het geneesmiddel gestaakt is. Van
neuropathie bij statinegebruik ontving Lareb een twintigtal meldingen.
Bij vrijwel alle statines is paresthesie of neuropathie beschreven als bijwerking in
de officiële productinformatie. [6] Het optreden van neuropathie zou reversibel zijn,
hoewel er gevallen van persisterende neuropathie bekend zijn. Een exact
werkingmechanisme voor het ontstaan van paresthesie en neuropathie is nog
onbekend. Gesuggereerd wordt dat door een cholesterolverlaging eveneens een
verlaging van de spiegels van het co-enzym Q (ubiquinon) optreedt. Dit anti-
oxidans is nodig voor bepaalde processen in de mitrochondrieën en deze
processen zijn weer betrokken bij de energieproductie van neuronen en
dwarsgestreepte spieren. [4,5] Gezien het grote aantal gebruikers van statines en
het relatief kleine aantal casus van neuropathie dat in de literatuur bekend is, gaat
het waarschijnlijk om een zeldzame bijwerking. [4]
Tot slot
Paresthesie en neuropathie kunnen onder andere het gevolg kan zijn van
geneesmiddelgebruik dat na jarenlang gebruik op kan treden. Het is daarom
belangrijk om aan de mogelijkheid van een bijwerking te denken, zeker als een van
bovenstaande geneesmiddelen wordt gebruikt. Omdat paresthesieën en
neuropahtieën uiteindelijk invaliderend kunnen zijn maar aanvankelijk reversibel,
wordt nader onderzoek door de behandelend arts aanbevolen.
Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, September 2006
Referenties
1. Oosterhuis HJGH. Klinische neurologie. 12 ed. 1995. 48, 150, 297, 331, 369,
377, 392p.
2. Bannister R. Brain’s clinical neurology. 6 ed. 1985. 416p.
3. Hughes RA. Peripheral neuropathy. BMJ 2002;324(7335):466-9.
4. Peltier AC, Russell JW. Advances in understanding drug-induced neuropathies.
Drug Saf 2006;29(1):23-30.
5. Langen de J, Puijenbroek van EP. HMG-CoA-reductase inhibitors and
neuropathy. N Engl J Med 2006;
6. 1B-teksten SSRIs en cholesterolsyntheseremmers. (version date 16-6-2006)
http://www.cbg-meb.nl/nl/prodinfo/index.htm.
7. Praharaj SK. Serotonin reuptake inhibitor induced sensory disturbances. Br J
Clin Pharmacol 2004;58(6):673-4.
Prof.dr. Jan M. Keppel Hesselink, MD en DJ Kopsky, MD, versie juli 2009
The post Neuropathie als bijwerkingen van geneesmiddelen appeared first on Neuropathische pijn.